De grondstoffen die we nodig hebben om een kledingstuk te maken, noemen we vezels.
Een vezel kan je vergelijken met een heel fijn haartje. Dit kan, afhankelijk van de soort vezels, heel lang zijn of net heel kort.
Vezels kunnen van verschillende oorsprong afkomstig zijn.
Ze kunnen enerzijds uit de natuur komen, denk maar aan planten en dieren.
Anderzijds kunnen ze ook kunstmatig door de mens gemaakt worden. Dit noemt men dan de synthetische vezels.
Anderzijds kunnen ze ook kunstmatig door de mens gemaakt worden. Dit noemt men dan de synthetische vezels.
Op deze blog gaan we enkel de vezels van natuurlijke oorsprong van dichterbij bekijken.
Binnen de natuurlijke vezels kunnen we twee grote groepen indelen:
De vezels van plantaardige oorsprong en de vezels van dierlijke oorsprong.
Plantaardige oorsprong
![]() |
Katoen |
Katoen is afkomstig van de katoenplant.
De vezeltjes die gebruikt worden om tot een echt kledingstuk te komen zijn de witte bolletjes die vrijkomen wanneer de vrucht opengaat.
De grootste producent van katoen is China. Vervolgens vind je de grootste velden met katoenplanten in de Verenigde Staten en India. In Europa is Griekenland de grootste producten van katoen.
De vezeltjes die gebruikt worden om tot een echt kledingstuk te komen zijn de witte bolletjes die vrijkomen wanneer de vrucht opengaat.
De grootste producent van katoen is China. Vervolgens vind je de grootste velden met katoenplanten in de Verenigde Staten en India. In Europa is Griekenland de grootste producten van katoen.
In de chemische sector wordt katoen vaak afgekort als CO.
![]() |
Vlas (Linnen) |
Vlas, of ook wel beter gekend als linnen, is een van de oudste grondstoffen die de mens verbouwd. Het is afkomstig van de Linum usitatissimum, die een deel uitmaakt van de vlasfamilie. De planten zijn te herkennen aan de witte of blauwe bloemetjes.
Tot de 18e eeuw was vlas, naast wol, één van de belangrijkste vezels voor het maken van textiel. Na de 19e eeuw werd deze langzaam verdrongen door de katoenvezel.
Tot de 18e eeuw was vlas, naast wol, één van de belangrijkste vezels voor het maken van textiel. Na de 19e eeuw werd deze langzaam verdrongen door de katoenvezel.
![]() |
Kapok |
De kapokvezel is afkomstig van de vrucht van de kapokboom. Het is een tropische boomsoort die voorkomt in Zuid-Amerika, Centraal-Amerika, het Caraïbisch gebied en West-Afrika. In de vrucht van de kapokboom zitten, net zoals bij de katoenplant, witte watten. Deze watten bestaan uit allemaal vezeltjes. Kapok gebruikt men voornamelijk als opvulling van kussens, dekens enzoverder.
![]() | |
Bamboe |
Bamboe, ook wel gekend als het voedsel voor panda's, of de lange stengels die we in tropische tuinen kunnen terugvinden, is een grassoort. De stengels bestaan uit dichte parallelle vezelbundels. Deze vezels kunnen erg lang(+/- 30cm) worden in vergelijking tot andere vezels. Bamboe komt op veel verschillende plaatsen voor. Je vindt ze zowel in koudere oorden, als in heel tropische oorden. Het voordeel van bamboe is dat het een van de snelst groeiende plantensoort is. In 1 seizoen kan hij tot volle wasdom komen.
Enkele voorbeelden van toepassingen in bamboe zijn: handdoeken, sokken, voetmatten, bedlinnen, enzoverder.
![]() |
Jute |
Jute is afkomstig van de plant uit het geslacht van de Corchorus. Het is een lange, zachte vezel die men tot ruwe en sterke draden kan spinnen. De plant komt voornamelijk voor in vochtige gebieden zoals India, Bangladesh en China. Het is na katoen een van de meest gebruikte grondstof. Verder is het ook een zeer goedkope grondstof. Enkele toepassingen in jute zijn: matten, jutte zakken, matten om gronderosie tegen te gaan, enzoverder.
Hennep een is plant afkomstig uit de canabisfamilie. Het is een éénjarige plant die bloeit met groene bloemen. Afhankelijk van het klimaat kan de plant tot 4 meter hoog worden.
Ze wordt voornamelijk graag gebruikt voor de vezels. De vezels bevinden zich in de bast van de plant. Het zijn zeer stevige vezels, waar men bijvoorbeeld scheepstouwen mee maakt. Andere toepassingen zijn: matten, touwen, T-shirts...
Hallo. Ik lees iets dat een wijdverbreid misverstand is. "Enkele voorbeelden van toepassingen in bamboe zijn: handdoeken, sokken, voetmatten, bedlinnen, enzoverder." Dit doet vermoeden dat de lange vezels die in de stengels van het gewas zitten, en genoemd worden, het garen leveren voor genoemde artikelen. Maar dat is onjuist: van het plantaardige materiaal, cellulose, wordt viscose gemaakt, een kunstmatige vezel van natuurlijke grondstoffen. Correct is dus bamboe-viscose. Met vriendelijke groeten van Marian Stubenitsky
BeantwoordenVerwijderen